

Uit mijn bundel “Verzinnen” – 2009, in eigen beheer
Zoals elk jaar zoeken in de lanen
naar haar leegstaand rijtjeshuis.
Het is al lang niet meer de verse kuil,
de omgewerkte aarde, de bouwput
van mijn wolkenkrabbend verdriet.
Ik plaats het bloemstuk met chrysanten
op de marmeren stoep.
Dit huis is doods,
hoewel er licht brandt in de lantaarn.
Ze was nooit de porseleinen foto, die ik koos.
Ze is de handtekening op elk vergeeld schoolrapport.
Ze is mijn handgebreide trui, modieus…
zo’n twintig jaar geleden.
Ze is het zelf geschreven reçuutje “ijscreem 10 frank”
uit het presmileytijdperk.
Ik weet niet meer welk studievak,
toen ze dat ijsje naar mijn kamer bracht,
en of ik haar de dikke fooi gegeven heb
die ze verdiende.
–
(die twintig jaar geleden zijn er ondertussen al een vijfendertigtal…)
Dit gedicht kreeg een eervolle vermelding en werd gepubliceerd in de bundel die werd uitgegeven naar aanleiding van de wedstrijd “Poëzie van A tot Z”, georganiseerd door de gemeenten Avelgem en Zwevegem, in samenwerking met de Marnixring. Thema van de editie 2018 was “De schemering”.