Vanwaar die drang om te behagen,
om lief en leuk te willen zijn,
om steeds opnieuw me af te vragen:
“Doe ik het goed? Heeft men het fijn?”
Altijd die schrik dat men zal klagen,
gebreken vinden, groot of klein,
alsof het leven slechts kan slagen
wanneer het loopt in rechte lijn.
Gedaan met steeds me te herschikken
naar zíjn opinie, mij te plooien
naar háár ideeën of haar kuren.
Als ik dit dwaalbeeld wil doorprikken,
dit valse keurslijf af kan gooien,
moet ik alleen mezelf verduren.
0 reacties