De paaskorneel is blauw-met-rood,
dat doet hem zo’n verdriet.
En bovendien is hij niet groot,
geen droezel die hem ziet.
Veel liever was hij groen-met-geel,
de kleuren van de lente.
Dus kijkt hij sip (en ook erg scheel),
zoekt troost in smots met krenten.
Erg leuk, ik krijg er trek in smots van!