Home » Columns » Zomerwandeling

Zomerwandeling

Na ons nat avontuur duurde het twee dagen eer onze bergschoenen droog waren. Toen het eindelijk zover was, zat de gletsjer iets minder in de wolken. Dus slikten we bij het ontbijt een hou-maar-alles-binnen-pilletje, namen de lijnbus en reden de Stelviopas op. Bij elk van de 48 bochten toeterde de chauffeur even waardoor we helemaal betoeterd boven aan de pas kwamen. Daar voelden we onmiddellijk dat het eufemistisch gesproken aan de ietwat frisse kant was. Regenjasjes werden uitgehaald, niet omwille van een dreigende bui, maar tegen de kou. Zonnepetten werden opgezet, niet tegen de zon, maar tegen de wind. Zo begonnen we aan wat volgens de borden een wandeling van vier uur zou worden: de Goldseewanderung.

We waren nog maar goed vertrokken of onze handen voelden reeds versteven aan. Handschoenen en mutsen lagen veilig thuis, in onze Vlaamse kast, dus moesten we inventief zijn. Een handdoekje kon rond een hand gewikkeld worden en het nylon zakje waarin een regenjasje had gezeten paste ook net om een hand. En hé… had mijn echtgenoot geen twee paar kousen aangetrokken? Hoppa, één paar werd aangeslagen om mijn handen warm te houden. Tot slot werden de wandelstokken ingeschroefd en in de rugzak gestoken zodat resterende handen in broekzakken konden verdwijnen.

Een eindje verder kwam een dame in trainingpak ons tegemoet gejogd. Ze stopte even en mijn man vroeg hoelang ze erover gedaan had om tot daar te geraken. Eine Stunde! Wij knikten bewonderend. Eén uur in het doorgaan en één uur in het terugkeren, voegde ze eraan toe. “Aber jetzt bin ich mude.” Zo? Aangepord door de prestatie van deze dame probeerden we de pas erin te houden, zonder daarom minder te genieten van het fabuleuze uitzicht of minder onze zakdoek uit te halen om onze kille neuzen te snuiten. De Goldsee, riep mijn man enthousiast en wees naar een plas water in de diepte. Ik weigerde te geloven dat dit buitenmaats voetbad een “See” kon zijn, tot ik met eigen ogen het bord met de naam erop zag staan.

Nog steeds goed ingepakt volgden we het pad. Plots kwam ons een dame tegemoet in short en topje met spaghettibandjes. Het strand kan nu niet veraf meer zijn, verwittigde ik de kinderen. Pas na dik drie uur stappen kwamen we aan bij de Furkelhütte waar ik met smekende blik informeerde of ze ook warme wijn serveerden. Of ik niet liever Glühwein wenste? Minuten later legde ik mijn handen rond het dampend glas en snoof met rode neus de kruidige geur op. Ah, wat kan een zomerwandeling in de bergen toch verfrissend zijn.

(augustus 2010)

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *