Hij is aan het lezen geslagen! Niet dat ik vreesde dat ze hem in de materniteit met een andere baby verwisseld hadden, maar toch… Nu heb ik tenminste zekerheid. Het zorgde voor enige gemoedsrust dat hij reeds jarenlang strips las. Maar boeken, échte prentjesloze boeken kon ik hem niet verkopen: te dik, te saai, te onplezierig. Vorig jaar deed hij reeds een schijnbeweging in de goede richting toen we naar de première van de verfilming van “Blinker en de Blixvaten” gingen. De kinderen kregen een exemplaar van het boek en Marc de Bel signeerde. Thuisgekomen begon onze zoon er onmiddellijk in te bladeren en zowaar… te lezen. Hij las het in één ruk uit. Dat Marc de Bel nog veel andere, minstens even spannende boeken geschreven heeft, kon hem er niet toe brengen zijn huzarenstuk te herhalen. Ik berustte en zag de Jommekes, Suskes en Wiskes, Kiekeboes en FC De Kampioenen in drommen door onze huiskamer marcheren.
Tot we op reis gingen en zijn zus uit haar goed gevulde boekenkast voor hem een exemplaar van de schrijver Anthony Horowitz meenam, voor het geval het pakket strips ontoereikend zou blijken. Na twee dagen waren de strips inderdaad opgesoupeerd en begon broer met lange tanden aan een hem onsmakelijk uitziende maaltijd. Maar hij las… en las door. Toen hij ’s ochtends wakker werd, nam hij het boek van het nachtkastje en lás. Wanneer we gingen ontbijten moest ik hem zowaar verplichten om te stoppen met lezen. 144 bladzijden verorberd, verslónden in twee dagen tijd. En dan het mij niet onbekend in de oren klinkende verwijt dat het verhaal gerust nog langer had mogen duren. Daarom houdt zijn zus van series, vele turven met dezelfde hoofdpersonages. Zij leest gewoon álles wat er van haar favoriete schrijvers te verkrijgen is.
We waren nog maar net terug van reis of onze zoon bracht zijn strips terug naar de bib. Tot mijn groot jolijt zat er bij het vers aangesleepte leesvoer opnieuw een boek, terug van Horowitz. Eens hij de smaak van boeken te pakken heeft, zullen er hopelijk nog andere auteurs volgen, dacht ik.
Ondertussen zit hij halverwege het zesde boek en het zevende ligt in het leesmandje. Enthousiast vertelt hij me wat een spannende verhalen het zijn. Er gebeurt in elk boek wel een moord, mama. Maar het is niet echt héél erg, hoor, voegt hij er ter geruststelling aan toe. Misschien zijn de slachtoffers slechts halfdood? Nog te reanimeren voor hergebruik in een volgend boek? Tja, dan valt het inderdaad nog mee.
(juli 2010)
0 reacties