Hij neemt een dienblad en zegt: “Kies maar wat je wil, deze keer trakteer ik!” Ik neem een broodje en een biodrankje, meer kan ik niet op. Zelf neemt hij een broodje, een drankje en een grote beker met dessert, die hij omhoog steekt: “Jij niet?” Het ziet er lekker uit: yoghurt of platte kaas met grote stukken verse ananas erop, maar ik bedank. In het passeren probeer ik nog de chocolademuffins in brand te kijken en ik vervoeg hem aan de kassa. “Hé waar is je dessert?” vraag ik. “Dat moest gemixt worden,” zegt hij laconiek. Gemixt? Ik zie een juffrouw die inderdaad bezig is met een soort keukenrobot. “Wou je dat wel?” “Ik ging haar niet tegenspreken, dat ze anders dacht ‘die domme Hollander weet niet eens dat het gemixt moet worden’.” De juffrouw giet de pap uit de mengkom terug in de beker en gaat ermee naar een collega: “Zie eens hoe dik!” De collega kijkt in de beker en trekt een vies gezicht: “Daar moet meer ijs in,” zegt ze met kennis van zaken. Het papje verdwijnt terug in de mengkom, krijgt nog een grote schep ijs als gezelschap en wordt weer gemixt. Twee minuten later staat een mega yoghurtananasshake mét rietje op ons dienblad. En zeggen dat we nochtans allebei nog al onze tanden hebben. Misschien moet je die vanaf een bepaalde leeftijd eerst tonen vóór je naar de kassa trekt?
0 reacties