– Mevrouw, meneer, heeft u al een keuze kunnen maken?
– Graag een fles rosé wijn van het huis. Kunt ge er een kommetje ijsblokjes bij geven alstublieft?
– Zeker, geen probleem.
– En we gaan de dagschotel nemen.
– Ok, twee maal de dagschotel.
– Maar euhm, dat garnaalkroketje, kunt ge daar een kaaskroketje van maken, voor mijn vrouw?
– Ik zal het vragen in de keuken.
– Die hoofdschotel wordt geserveerd met frietjes?
– Zeker, meneer!
– Goh, zelf zou ik liever wilde rijst hebben. Dat zal toch wel gaan?
– Ik zal voor u rijst vragen, meneer.
– WILDE rijst hé! Oh ja, en ik heb hier twee bonnekes, die zijn nog geldig toch?
– Tja, dat is één bon per klantenkaart, dus dan heeft u eigenlijk twee klantenkaarten?
– (de vrouw:) Ha ja, dat zal dan wel zeker?
– Normaal is dat één klantenkaart per gezin… Dat zal ik moeten navragen, of die allebei kunnen gebruikt worden.
– Dat zal wel geen probleem zijn, Eufrasieke deed dat ook altijd voor ons.
Tijdens het wachten op de gepersonaliseerde, met dubbele korting bestelde dagschotel worden de peuken van de gerookte sigaretten en de verpakking van de aperitiefkaasjes over de omheining gekeild, in het gras, tussen de paddenstoelen, aan de mooie waterkant…
(elke gelijkenis met bestaande garnaal- of kaaskroketten berust op louter toeval)
0 reacties